Coinbase heeft een beroepsschrift ingediend om een beslissing van rechter Katherine Polk Failla aan te vechten, waarbij vorige maand werd besloten dat een rechtszaak van de Securities and Exchange Commission (SEC) tegen het platform door kon gaan zonder te worden geseponeerd.
Door het indienen van dit tussentijds beroep claimt Coinbase substantiële gronden voor meningsverschillen.
Moeilijke vragen
De Howey Test, die gebaseerd is op een Amerikaanse Hooggerechtshof zaak uit 1946 en vaak door de SEC wordt aangehaald, staat centraal in het beroep. Deze test bepaalt of een activum kwalificeert als een investeringscontract en dus als een effect. “De toepassing van Howey op transacties met digitale activa roept moeilijke vragen op,” zeiden de advocaten van Coinbase. “Dat leden van het Congres, senatoren en regelgevende instanties verdeeld zijn in het beantwoorden ervan, getuigt van de moeilijkheid van de materie, en de uiteenlopende juridische uitkomsten illustreren dit punt.”
Rechter Failla was het niet eens met het standpunt van Coinbase dat investeringscontracten een formeel contract vereisen. Volgens haar koopt een klant die een token op Coinbase koopt niet alleen een token, maar koopt deze in het “digitale ecosysteem” van dat token. In zijn motie vraagt het platform specifiek of de SEC gezag heeft over transacties met crypto’s als investeringscontracten, zelfs wanneer er geen contract is tussen de uitgever en de investeerder.
Het beroep, dat wordt aangevraagd voordat een procedure is afgerond, wordt zelden goedgekeurd. Vorig jaar probeerde de SEC een dergelijk beroep in te dienen in haar zaak tegen Ripple (XRP), maar dit werd uiteindelijk afgewezen. “Elk antwoord zal worden gemaakt in openbare indieningen bij de rechtbank,” zei een woordvoerder van de SEC in een per e-mail verzonden verklaring.
Opgeschort
Als rechter Failla toestemming geeft voor het beroep, zou de rest van de zaak worden opgeschort in de rechtbank, terwijl wordt gewacht op een oplossing van het Hof van Beroep voor het Tweede Circuit “om dit raadsel op te lossen”. Als en wanneer het Tweede Circuit uitspraak doet in de zaak, zou deze worden terugverwezen naar de rechtbank met richtlijnen van het Tweede Circuit over deze specifieke vraag. Daarna zou de rechtbank doorgaan met wat er nog over is van de zaak.
“Deze zaak is precies het juiste voertuig voor het Tweede Circuit om dringend benodigde richtlijnen te geven over de fundamentele rechtsvraag die wordt gepresenteerd,” zeiden de advocaten van Coinbase in het beroep. De volgende stappen zouden zijn ontdekking, samenvattend oordeel, waarna de zaak zou kunnen doorgaan naar een proces en aan een jury kan worden voorgelegd, hoewel het proces waarschijnlijk niet zal starten tot 2025. De SEC en Coinbase zouden ook een voorgesteld procesbeheerplan moeten indienen voor 19 april.
Coinbase werd vorig jaar aangeklaagd door de SEC voor het vermeend opereren als een niet-geregistreerd exchange-, makelaars- en clearingagentschap. De regulator nam ook aanstoot aan de staking- en wallet diensten van Coinbase. Vorige maand viel rechter Failla Coinbase bij wat betreft het wallet-deel en verwierp de claim van de SEC.
